Tijdens de feestactiviteiten in 1950 werd vier dagen gebruikt gemaakt van een ‘pieremegogel ’. Een tram op wielen. De ‘Wotram mij.’ (Workumer tram maatschappij) exploiteerde een halfuursdienst Dwarsnoard – Sluis v.v. met verschillende stopplaatsen. De pieremegogel was een combinatie van een oeroude Amsterdamse tram en een prehistorische legertruc. Een paar actieve Workumers, goed van de tongriem gesneden, wisten in Amsterdam een tramwagen los te peuteren. Maar toen begonnen de problemen. Hoe komt de tram in Workum. Uiteindelijk is het gelukt de tram met de trein naar het station in Workum te vervoeren.
Daarna de rit naar de zuivelfabriek was een Via Dolorosa (lijdensweg) en de hoge brug werd de ’brug der zuchten’. Maar de directie van de ‘Wotram’ lieten de moed niet zakken. Garage Speerstra had ergens een afgedankte legerwagen staan en wist er nog wat leven in te blazen. Zodat hij als trekker dienst kon doen en de machinefabriek Holkema maakte dat het zaakje kon rijden. Toen de feestweek begon was de tram klaar en hoe. Het werd een groot succes. De provinciale pers was vol lof over wat er in Workum was klaargestoomd. Het kleine grut van de kleuterschool, oudjes uit het tehuis van ouden van dagen en het R.K. gesticht werden een gratis rondrit aangeboden. Op de vierde en laatste dag werd de 5000ste passagier welkom geheten.
Op de treeplank Soomers, daarnaast Freerk van Duinen, Eize Speerstra, Sevensma, Jan Sikkes en Sake Holkema. De tram reed dus niet in 1955 zoals is opgetekend in het door W.T. Beetstra geschreven boekje ‘Plaatselijk Belang 75 jaar.’