Deze verwaarloosde woningen stonden rond 1900 aan het Turflân, op de rand van de plek waar het voormalige klooster “Mariënacker” heeft gestaan.(Omstreeks 1919 zijn nieuwe huizen gebouwd).
Het oude kloostergebouw, blijkt uit een stuk uit 1619, te bestaan uit 10 kamers.
Die in 1619 stuk voor stuk werden verkocht door Jonker Reynold van Inthiema. Hij had het hele complex in zijn bezit. In bijna al de tien contracten wordt elk van de kamers verkocht, met zijn bijbehorende gerechtigheden mits dat de verkoper zijn wijngaarden aan de achterste zijmuur en op het dak mag beheren.
Hieruit doet het duidelijk blijken dat het klooster over een wijngaard beschikte. Iets wat nog niet bekend was. Een stukje geschreven door W.T. Beetstra in de jaren vijftig.