In een raadsverslag van 10 mei 1924 een voorstel van B. en W. om in beginsel gunstig te beslissen op een verzoek van de heer S.D.Bokma in zake afkoop van het bestaande pad naar de Makkumerdijk in verband met de aanleg van de weg naar Ferwoude.
Een en ander vroeg heel wat tijd van bespreking. De heer Bokma bood aan, het land, nodig voor de weg naar Ferwoude, voor zijn deel gratis af te staan en bovendien nog fl. 500,- te betalen, mits het bestaande pad de Tillefonne naar de Makkumerdijk dan verviel. Nu is dit voetpad met zijn bruggetjes en vlonders een sinds eeuwbelang een bestaand wandelpad in de zomer.
De raad was wel huiverig om deze wandeling plaatselijk voor oud en jong te laten vervallen.; temeer, toen er nog een ingekomen stuk van de vereniging Plaatselijk Belang werd voorgelezen, waarin de hoop werd uitgesproken, dat de raad de vrijheid zou vinden, afwijzend op dit voorstel te beschikken.
Bij de drukke discussie, waaraan 9 van de 10 leden deel namen.
Verschillende leden betreurden het voorstel van B. en W. Om de kosten had de raad besloten het Tillefonnepaed van de hand te doen. Plaatselijk belang was des duivels, maar kon niet voorkomen dat de Gedupeerde staten, in mei 1927, zijn goedkeuring gaf aan het besluit.
Bestuurslid Tjeerde is daarop naar Den Haag gegaan om het probleem voor te leggen aan de Raad van State. Gelukkig kwam in maart 1928 het bericht dat het besluit vernietigd was.