Noard 86

In dit huis woonde Eelke Gaastra tot 26 november 1971. Hij verhuisde naar het Noard 177.Het inmiddels verdwenen bejaarden tehuis Sint Gertrudis. Pieter Wouda werd ingeschreven op 25 november 1977 als nieuwe bewoner. Jelle Boonstra was reeds in1911 onderwijzer aan de Franse school wat later de ULO werd. Hij heeft ingewoond bij de fam. Gaastra. Jelle Boonstra was in Workum op velerlei gebied actief. Zo schreef hij o.a. in de Leeuwarder Courant artikelen over de natuur en zat in het Nut te Workum. Hij heeft ook veel foto’s van Workum gemaakt en de natuur. In de Leeuwarder courant van 9 juni 1923 heeft hij een artikel geschreven over de kluut (Recurvirostra avosetta).
Hij schreef dat er in de Workumer meerpolder door een aantal werklieden een vreemde vogel hadden waargenomen. Uit de beschrijving moest opgemaakt worden dat het een kluut moest zijn. Jelle kon het haast niet geloven. Hij had al tevergeefs reizen naar de Waddeneilanden gemaakt om de fraaie steltloper te zien. En blijkt de fraaie steltloper nu dicht bij huis te vinden. Het zou te mooi om waar te zijn maar een fietstocht langs het glibberige pad had hij er wel voor over. Hij kon dan tevens de gelegenheid benutten om door de veldkijker naar de buitelingen van het ‘waarlamke’ ( watersnip ) te zien, dat reeds sedert half april zijn vervelende profetieën van kou en noordenwind deed horen.

Onder een stuifregen kwam hij aan bij de aangeduide plaats en zocht een schuilplaats om de vogelwereld te kunnen bespieden. Toen de zon even doorkwam was het een en al leven en beweging. Een paar roeken werden gevolgd en aangevallen door van hun nest opschietende weidevogels.  Terstond daarna een kiekendief die met lome wieken over dit gebied vloog, uitgeleide gedaan door een leger van nijdige kieviten, grutto’s, tureluurs en kemphanen. Met veel geschreeuw werd hij gedwongen naar de rietvelden langs de meren te vluchten. Maar de vreemde vogel zag hij niet wat hem ook niet verwonderde aangezien de polder zo groot was en zo’n kluut maar klein. Toen ging hij naar het stoomgemaal en vroeg aan de machinist naar de vreemde vogel. Hij had hem niet gezien maar hij was getroffen door een vreemde vogelroep die met mijn ‘kluut, kluut’ wel overeenkomsten had. Weer ging hij  de meerpolder in en de prismakijker op scherp hield hij het oog in de lucht en op de akker. Bij het vroegere eiland de Brever, thans een hoogte in de polder en wat vruchtbaarheid betrof een oase in de woestijn, werd hij verrast  door het kluutgeroep. Uit westelijke richting kwam hij waarschijnlijk van het zeestrand aanvliegen om zich op een kale drassige weide neer te zetten. Voor het eerst kon hij de levende vogel met zijn hoge blauwzwarte poten bewonderen. Door zijn kijker onderscheidde hij duidelijk de zwarte schedel , nek en randen om de vleugels. Overigens was de kluut schitterend wit. De snavel was flauw opwaarts gebogen en dat is eigenaardig maar afdoend kenmerk van de kluut. Zo’n vogel te zien stappen in een omgeving waar hij zich thuis voelt is toch wat anders dan een opgezet exemplaar te bekijken in de Brandaris of of in het grote museum te Leiden. Jelle Boonstra is in 1941 in dit huis overleden.

Foto 2014
Workum.nl wordt mogelijk gemaakt door: