Dit gezicht op de noord- noordwest flank van de Merk, omstreeks 1860, toont het vaarwater de Wimerts, komende uit noordelijke richting en daarna enigszins westelijk afbuigend langs de huizenrij van de Merk, onder twee houten bruggen door. De klokgevel,
Voorbij de verste brug is de ingang tot het Noard. Toen de Wimerts nog bestond werd de meeste handelswaar, zoals boter, kaas, granen, groenten en de producten van handwerkslieden, in bootjes aangevoerd, om op het marktplein te worden verhandeld.
Op een van de panelen van een der gildebaren (in de Gertrudiskerk) vindt men dit in kleuren uitgebeeld.