Foto 1964
De oudst bekende bewoonster van dit pand was een Weduwe Antje Dijkstra-de Boer die hier woonachtig was van 1928 tot ongeveer 1935. Of zij huurster was of eigenares is mij niet bekend. Zij was afkomstig uit ‘ it Heidenskip’ en naar ik meen te weten had zij met haar man de boerderij bewoond, die later door resp. Ype de Boer, Sjoerd de Boer en die thans door diens zoon Johannes wordt bewoond.
Zij en haar man kwamen uit een oud RK boerengeslacht.
Na haar overlijden moet er een politieagent genaamd ‘de Koning’ in gewoond hebben. Dit was een echtpaar zonder kinderen en waren in het bezit van een grote herdershond genaamd Kazan. Toen mijn zusje Agnes in die tijd eens gevraagd werd wie in dat huis woonde, was haar antwoord: Daar woont de moeder van Kazan.
Dit pand bleek in die tijd een huurhuis te zijn en was het eigendom van ene Jan Jarings de Jongen en later diens erven.
Na het vertrek van de familie Koning werd dit pand gehuurd door de rentenier boer Dirk van der Meulen, die afkomstig was van ‘de lange leane’. Zijn zoon Siebren werd toen boer op de ouderlijke boerderij, die nog steeds het eigendom is van deze familie. De huidige bewoner is Dicky van der Meulen, een kleinzoon van genoemde Dirk. Hij is echter geen echte boer meer, maar meer een z.g. hobbyboer. Zijn veebestand bestaat thans uitsluitend uit schapen vetweiders.
Na het overlijden of vertrek van de familie van der Meulen werd dit pand verhuurd aan de familie Teake Castelein (Teake Anne), een boerenzoon afkomstig van Nijhuizum die werkzaam was op de ouderlijke boerderij aldaar. Hij moest dus iedere dag ‘s morgens voor vier uur op de fiets naar Nijhuizum om daar de koeien te melken. De huur moest in die tijd betaald worden aan ene Mevrouw Sijbrandij, die woonachtig was te Bolsward. Zij was een nabestaande van genoemde Jan de Jong, en was dus zijn erfgename. De huur bedroeg in die tijd fl. 4.00 per week. Voor ons betekend dit een niet noemenswaardig bedrag, maar Castelein verdiende toen een normaal loon en dit bedroeg fl. 20.00 per week
De huur bedroeg dus 20% van zijn loon. Er was in vroegere jaren wel elektriciteit in dit pand aangelegd, maar de familie van der Meulen wenste daar geen gebruik van te maken , zodat de PTT de energie invoer van dit pand had afgesneden. Zij vonden het gebruik van petroleum veel goedkoper. Toen de familie Castelein in dit pand trok, werd de helft van de bestaande elektriciteit leiding afgekeurd en zij lieten deze leiding herstellen door de gebroeders ( Pieter en Knilles) de Jong.
De rekening bevatte, de aanleg van 7 lichtpunten en de aanschaf van vijf ballonlampen en twee ‘lampekappen’ voor in de kamers. Het eindbedrag van deze rekening bedroeg het kapitale bedrag van zegge en schrijve fl. 25.00. Dit lijkt thans een onwezenlijk laag bedrag, maar was tot wel even meer dan Castelein z’n weekloon.
In tussen werd dit pand in het jaar 1941 verkocht aan ene Romuldus Ettema, een vrijgezelboer woonachtig te Gaast ,voor het bedrag van fl. 3.500.00 .Hij was dus de nieuwe huurbaas. Hij stelde echter alles in het werk om de familie Castelein uit dit huis te krijgen om het zelf te gaan bewonen.
Door de oorlogsomstandigheden en de daarmee gepaard gaande huizenkrapte gelukte hem dit niet. Nog tijdens de oorlog kwam deze genoemde heer Ettema te overlijden en zijn zuster (zijn huisgenote) die toen de eigenares werd, nam hierna haar intrek in het door de zusters van de Congregatie van JMJ beheerde (Gesticht) RK bejaardenhuis St. Gertrudis alhier.
In het jaar 1950 werd dit pand gekocht door Sipke Castelein, de vader van Teake dus.
Castelein senior ging in dit pand rentenieren en zijn zoon Teake werd boer op de ouderlijke boerderij te Nijhuizum en in het jaar 1953 werd dit pand overgenomen door een andere zoon van Sipke Castelein, nl. door Hedzer Castelein. Deze heeft er met zijn vrouw Reino Yntema en hun beide zonen Sipke en Theo tot het jaar 1968 in gewoond. Het huis werd verkocht omdat Hedzer Castelein in dat jaar benoemd werd tot brugwachter van de ‘Noorderbrug’ en als zodanig namen zij toen hun intrek in de brugwachterwoning, die was ondergebracht in het in oude stijl herbouwde café ‘De Zwaan’. Hedzer heeft deze functie 6 jaar vervult (1974) gingen zij verhuizen naar het achterste gedeelte van het genoemde pand. Hier hebben zij nog vijf jaar gewoond, totdat zij verhuisden naar een ouderenwoning nabij de ‘Kettingsbrêge’.
Na het overlijden van Hedzer ging Reino wegens gezondheidsredenen haar intrek nemen in Nij Marienacker.
Dit pand ging in het bovengenoemde jaar over in handen van de familie Bouma van ‘it Surein’ en het is heden ten dage nog in het bezit van deze familie, maar wel werd er in de afgelopen jaren enige keren van eigenaar gewisseld.
Teake Joukes Bouma kocht dus dit pand in 1968 en hij bleef daar wonen, tot hij de kans kreeg om boer te worden op de kleine boerderij bij de ‘Tolbrêge’ ( De Nijhuizumer brug)
Hij werd daar niet alleen boer maar werd ook bediener van de genoemde brug.
Zijn zwager de heer Henk Hooghiemstra nam in het jaar 1974 dit familiepand over en nam daar zijn intrek met zijn vrouw Annie Joukes Bouma. Zij bleven daar wonen tot het jaar 1982. In dat jaar was de tijd gekomen voor de stamvader der familie de heer Jouke Ydes Bouma (Jouke Catrine) om te gaan rentenieren. Hij nam dit pand weer over van zijn schoonzoon. Eigenlijk was dit een soort ruil, want de jongelui gingen toen de ouderlijke woning aan ’t Surein’ wonen.
Jouke en Catharina bewonen dit pand nog heden ten dage. (2002)
Opgetekend door Andries Vogelzang