Dwarsnoard 11

Foto 1950

Uit een onderzoek door Sjors Boersma,via de vele oude koopakten is gebleken dat dit pand in het jaar 1832 eigendom was en bewoond werd door de Wed. Alberts-Braakhuis, die in dit pand een winkel uitbaatte. Zij heeft dit beroep als weduwe niet lang volgehouden, want in het jaar 1833 werd dit pand verkocht aan ene Marten Hoekstra, die ook als winkelier genoemd werd.

Deze Marten Hoekstra was ongeveer 40 jaar eigenaar en bewoner van dit pand, want in het jaar 1872 werd dit pand verkocht aan Jan Johannes Bokma van beroep landbouwer te Workum. Deze Bokma ging in dit pand rentenieren en zodoende was het dus geen zakenpand meer. Dit is heel goed te zien op ween foto uit die tijd, want voor de toen aanwezige drie ramen staan potten met bloemen en zijn voorzien van mooie vitrage. Dit pand werd na tien jaar dus in 1882 verkocht aan een landbouwer uit Nijhuizum, die gescheiden was. Dit was ene Lolke Jeltes Dijkstra, die 23 jaar lang in dit pand bleef wonen. Hierna werd in het jaar 1905 vermoedelijk zijn zoon Yep Lolkes Dijkstra, die ook afkomstig was van Workum, die in de akte opgaf geen beroep te hebben, de nieuwe eigenaar.

Deze persoon heeft in 1906 een nieuwe voorgevel laten plaatsen, waardoor het front ontstond, zoals het er thans nog uitziet. Nu was het dus een echt burgerhuis. Deze YEP bleef vijftien jaar eigenaar en bewoner, en toen werd ene Lolke van der Zet de nieuwe eigenaar.

Deze Lolke was afkomstig van Allingawier en hij was veehouder van beroep. Vermoedelijk

betreft het hier een erfeniskwestie, want weer speelt de naam Lolke mee. Misschien was hij alleen maar de nieuwe eigenaar en heeft hij er zelf nooit gewoond.

In het volgende jaar immers koopt ene Aike Blom , veehandelaar   te Workum dit pand en gaat dit bewonen vanaf 1921 tot 1926, want in dat jaar gaat deze persoon emigreren naar de USA en wordt het huis publiekelijk verkocht. Een groep zogenaamde ‘Strykjild skriuwers’, zoals men dat placht te noemen bleef ‘Oan de keap hingjen.’

Deze groep bestond uit de volgende personen die er ieder voor een derde eigenaar waren. Dit waren bekende Workumer namen. n.l. Cornelis Douwes IJntema, zonder beroep, Hendrik Voets, timmerman en Bernardus Voets die ook timmerman was. De laatste twee moeten vader en zoon zijn geweest. Zij bleven nog geen jaar de nieuwe eigenaars, want in 1927 zij er in om dit pand onderhands te verkopen.

De nieuwe eigenares werd Wijtske van der Hoop, de weduwe van Jan Wijnia, die in leven brugwachter van beroep was. Zij was afkomstig van Workum. Tot het jaar 1933 bleef zij de eigenares en bewoonster en werd dit pand verkocht aan ene Jan Yntema., die zuivelbewerker was aan de coöperatieve zuivelfabriek ‘De goede verwachting’ alhier.

Jan IJntema ( Jan en Hielkje) was een volle broer van Theodorus IJntema (Dorus Pietsje)

en een halfbroer van Piet IJntema (Piet en Griet ut de Burren)  Jan en Hielkje hadden twee dochters , genaamd: Trude en Catrine. Beide waren zij gehuwd en Trude, woonde , meen ik te weten, te Bolsward en Catrine was gehuwd met ene Chris? de Vreeze en woonde in Beverwijk  Deze Chris was een zoon van ene de Vreeze dit in het stationskoffiehuis gewoond heeft

Wegens ouderdom en gezondheidsredenen ging dit echtpaar in de oorlog (40-45) in het jaar 1942 verhuizen naar Beverwijk. Of zij daar bij hun dochter introkken of ie een tehuis terecht kwamen is mij niet bekend. Wel weet ik dat zij daar beiden zijn overleden en begraven.

Vanaf 1940 tot hun vertrek naar Beverwijk hebben zij nog een paar jaar boven de manufacturen zaak van de heer Brandsma gewoon, want in het jaar 1940 werd naar wij allen meenden deze heer Assuerus  Brandsma de nieuwe eigenaar en bewoner van dit pand.

Hij was voorheen manufacturier en had zich uit de zaak teruggetrokken Hij bewoonde dit pand samen met zijn ongehuwd dochter, die voor hem (hij was toen al weduwnaar)zorgde.

Zijn ‘Lapkewinkel’ werd nu waargenomen door zijn zoon Mebius en deze winkel was gesitueerd aan het Noard op de plaats waar de Poiesz supermarkt was.

Deze genoemde zoon was mank en ondanks dit was in  die  tijd een van de leiders van de RK Jeugdbeweging “de Jonge Wacht”en hij had twee bijnamen,  n.l.  “Moepe” en ” a la bonneur”. Hoe hij aan de  eerste bijnaam kwam is mij niet bekend,  maar de oorzaak  van zijn  tweede bijnaam was een gevolg van het feit,  dat hij  deze franse uitdrukken te pas en te onpas gebruikte.

Brandsma Sr.  was in die tijd een der RK notabelen van  Workum. Hij was de voorman  van de R.K. Staatsparty, die na de tweede oorlog de naam K.V.P. ging dragen en later is opgegaan in de CDA. Hij  had jarenlang  zitting in de gemeenteraad van Workum  en  was naar ik meen ook wethouder  en zelfs een poos   loco Burgemeester van onze stad.  Zoals eerder gemeld, woonde hij in dit pand samen met zijn enigste  nog  ongehuwde dochter  Cecilia. Deze was zeer muzikaal en was daarom de organiste van het RK Kerkkoor St.  Gregorius.  Zij was de enige vrouw die ooit lid is geweest van deze vereniging. Na  het overlijden van haar vader bleef Cecilia  daar  wonen, maar evenals haar ongehuwde buurvrouw Siep Riemersma kreeg zij op latere leeftijd kennis aan een man en ging trouwen. Zij verhuisde naar  het  Gooi  en  de woning was  disponibel  voor  een  nieuwe bewoner en/of eigenaar.

Bij de verkoop van dit pand in 1950 bleek dat er niet een maar wel zes eigenaren waren van dit pand. Dit waren de zes kleinkinderen van de heer Brandsma Sr. of dit bij de aankoop zo was geregeld, of wegens vererving was gebeurd is mij niet bekend. De namen van deze kinderen waren o.a. Agatha,.Theodora, Dicky, Anna en Andre. Enkelen hiervan moeten kinderen geweest zijn van ene Andries Brandsma, die naar mij verteld een juweliers¬zaak had in Breda.

De nieuwe eigenaars werden Bouke Sybrens Dijkstra en Johanna Lycklama a Nijholt (tante Hanne). Zij woonde op een boerenbedrijfje in het Heidenschap en het was de bedoeling dat zij in dit pand zouden gaan rentenieren, maar Tante Hanne, die bekend stond om haar besluiteloosheid, verkoos, voorlopig tog maar op de “pleats” te blijven wonen.

Haar neef , de zoon van haar zuster , werd aangesteld als een soort bedrijfsleider met recht van opvolging?. Dit was ene Jacobus Boersma (Kobus Marie) die naar ik meen te weten al een poosje bij het genoemde echtpaar onder hetzelfde dak woonden.

Uiteindelijk werd het boerenbedrijf verkocht aan de familie Smeding- Brandsma en ging dit echtpaar hun intrek nemen in een huis aan de Brouwersdijk.

Jacobus kreeg een betrekking bij de gemeente als beheerder of bedrijfsleider van het gemeentelijke Landbouwbedrijf op het “stran” en hij nam dit pand over van zijn oom en tante en bleef dit zeer naar genoegen een lange tijd bewonen, namelijk van 1952 tot 1992.

Toen zij dan, na een verblijf van veertig jaar in deze woning, het verlangen uiten om wegens gezondheidsredenen en slechtere mobiliteit kleiner te gaan wonen, werd dit pand door jongste zoon Sjors, keurmeester van beroep, die gehuwd is met Tiny Visser.

Kobus en Marie gingen verhuizen naar een flatje in Bolsward en Sjors hing het ouderlijk huis totaal moderniseren. Dit pand is dus nu (1997) al 45 jaar in handen van de familie Boersma.

Opgetekend door Andries Vogelzang

Foto 2015
Workum.nl wordt mogelijk gemaakt door: