Al in 1890 werd er in de bijeenkomst van de ‘Friese Mij’ van de afdeling Workum, een voorstel gedaan door enkele boeren, om met elkaar een boterfabriek op te richten. Dit werd afgestemd, want, zo staat het in de aantekeningen: “het leveren van melk aan fabrieken ter bereiding, zal de aanfok van vee niet bevorderen.”
Het zou bijna 10 jaar duren voordat de draad weer werd opgepakt.
Men kocht 1 ½ hectare grond aan de Horsa voor fl. 1600,= van de Katholieke kerk.
23 leden zetten haar naam en zo was de ‘De Coöperatieve Stoomzuivelfabriek De Goede Verwachting’ een feit. Op 4 oktober 1900 is de fabriek actief geworden nadat er veel vooraf is vergaderd en gekeken bij andere fabrieken.
Uit een artikel van het huishoudelijk reglement anno 1905 blijkt het vertrouwen nog niet zo groot:
,, Indien te eenige tijd mocht blijken dat het aanbod van melk aan de fabriek te gering is, om de bereidingskosten te dekken, is het bestuur verplicht de leden ter vergadering te roepen en aan deze voor te stellen de werking der fabriek tijdelijk te staken’’.
Naar nu blijkt een verkeerde inschatting gezien de capaciteit die de fabriek nu heeft. Met een productie van 115.000 ton kaas in 2014 is deze fabriek nu de grootste kaasfabriek van Europa.