Dwarsnoard 75
Dit oude café, stond in die tijd op een zeer goede locatie, want van hieruit vertrok immers dagelijks de ‘Trekschuit’ die voor het personenvervoer tussen de steden Workum en Bolsward zorgde. Ook was dit de pleisterplaats voor de schippers van de ‘Skûtsjes’ die hier veelvuldig aanlegden om hun vracht te lossen. Van deze schippers was bekend, dat zij vaak dorstig waren en graag een brandewijntje of berenburgje lusten. Voor het lossen van hun schip, werden losse krachten ingehuurd ,die dit werk voor een bepaald bedrag gezamenlijk aannamen. Als het schip, voor het einde van de werkdag (6 uur) niet helemaal gelost kon worden, werd er gevraagd of zij door wilden gaan. Hiervoor werden geen overuren betaald, maar na dit karwei, werd er wel een stevige borrel geschonken. De Swan leverde deze drank.
Mij werd verteld dat omstreeks 1900 ene Sjoerd van der Zee eigenaar van dit café was. Hij was niet alleen kroegbaas, maar hij had links over de brug, aan de Yskaboerenvaart ook nog een stal in eigendom. Die werd gebruikt als paarden stalling. Iedere Zondag kwamen hier de gelovige boeren uit ‘de Mar’ en ‘Nijhuizum’ aan, om met hun gezin naar de kerk te gaan, De paarden van hun bespannen voertuigen, brikken of tilbury’s, kregen dan onderdak en verzorging in deze stal of schuur.
Na het kerkbezoek ging moeder de vrouw met of zonder haar kinderen inkopen doen. Of ze gingen andere bezoeken afleggen waarna ze weer richting ‘de Swan’ gingen, Hier wachten dan rustig de diverse echtgenoten op hen. Dit onder het genot van een ‘brandewiintsje ‘,of ‘berenburgje’ mei súker. en ook van hun gezellig boerenpraatsje, oer de bourkerij. De paarden werden dan weer ingespannen en allen gingen op weg naar huis om van hun late middagmaaltijd te genieten. Hun vrije Zondag zat er weer op.
Dit café werd naar ik meen ,in de jaren twintig of dertig uitgebaat door ene familie Elgersma. Ik weet me nog te herinneren dat er in een tijdsbestek van ruim een jaar, twee kinderen uit dit gezin, door verdrinking, in de naastgelegen z.g. ‘ Djippe Dolte’ zijn omgekomen. De eerste, een jongetje, was in de bovenbouw van de nu verdwenen, z.g.’ Faber`s Brêge ‘ geklommen en viel hier vanaf. Hij kwam via de betonnen muur in het water terecht en was op slag dood. De andere, een meisje, geraakte te water vlak bij de voormalige ‘Pieter Botte`s Brêge’. Haar vader en de buurman bakker Folkert Venema Sr. sprongen te water om het kind op te duiken maar kwamen in dit geval te laat. Toen zij het kind vonden was zij reeds overleden. De echtgenote van Elgersma, kon het emotioneel niet meer opbrengen, om hier nog langer met haar gezin te blijven wonen.
Het café werd verkocht en dit gezin vertrok naar elders.
Ik herinner me ook nog dat de ruimte achter de genoemde paarden schuur op vaste tijden gebruikt werd als ‘dekstation’. De hengsten werden per aanhangwagen aangevoerd, en de boeren uit de omgeving, kwamen hier dan met hun merries. Als kleine jongentjes stonden we dan stiekem, met grote verwonderde ogen, naar dit spektakel te kijken. De achterpoten (voeten) van de merrie werden met een touw aan hun eigen hals verbonden, zodat ze niet meer achteruit konden schoppen of trappen en zodoende de hengst, niet konden verwonden. De ‘paardenperiode’ werd wel ‘willig’ genoemd, maar ze waren dat kennelijk en letterlijk niet altijd, zoals uit het bovenstaande blijkt.
Over dit ‘Aanschouwelijk Natuuronderwijs’, durfden we thuis niets te vertellen, want preutsheid, stond in die tijd hoog in het vaandel geschreven.
Na het vertrek van de familie Elgersma, werd de nieuwe eigenaar de heer Leeuwen. Dit gezin bestond uit een echtpaar met een dochter Geartje genaamd. Vele jaren hebben zij dit café samen uitgebaat. Later huwde de dochter met de heer Eppie Kolk, en deze heeft toen het bedrijf van zijn schoonvader overgenomen. Maar deze bleef wel hen inwonen.
‘Eppie en Geatsje’ hebben dit pand tot in de jaren vijftig bewoond, maar omdat de omzet wegens de achteruitgang van de scheepvaart sterk verminderde verhuisden zij naar de Merk, waar zij in een voormalige banketbakkerij een nieuw Café- biljard openden. Later verhuisden zij naar Stavoren, Zij hadden daar het hotel ‘Het vrouwtje van Stavoren’ gekocht . Dit hotel is nog steeds in handen van hun nazaten.
In 2005 geschreven door Andries Vogelzang