Horacio Soria werd 42 jaar geleden geboren in het noordwesten van Argentinië, in het dorpje El Galpón. En nu wijst hij over de rustig voortkabbelende Drooge Dolte in Workum naar de sappige weilanden richting de natuur van de Workumerwaard. “Dit moeten we bewaren”, zegt Soria. Niet enkel omdat hij daar heel gelukkig van wordt, hij wil ook graag wat terug doen. En dat doet hij, hij schenkt koffie.
Het past overigens een zichzelf respecterende krant niet om reclame te gaan maken, maar het is onvermijdelijk dat – als je het leven van Horacio Soria wilt beschrijven – je dat doet in zijn koffiecafé El Cafetín in Workum. Waar hij niets liever doet dan z’n gasten verwelkomen met een kop koffie en/of een gebakje. Dat is nu eenmaal het werk wat hij gekozen heeft.
Droog en armoedig
El Galpón ligt in een armoedige droge Argentijnse streek. Zoute vlakten, rivieren, en kleine stukjes groen. Er kwam vreugde in de harten van de bewoners als er sporadisch wat regen viel. “Ik vind het nog steeds leuk als het regent”, zegt hij. Zijn vader heeft hij nooit gekend, z’n moeder moest in de stad werken om geld te sturen naar zijn opa en oma, die de kleine Horacio lieten opgroeien. Armoedig. Wat je dan wél leert is dat keihard gezamenlijk dingen doen belangrijk is. Dat heeft nog steeds de grootste waarde in zijn leven. Dus toen hij moest kiezen tussen werken of studeren koos hij het werken. Horacio kwam terecht in een hostel in de stad Salta, zo’n honderd kilometer verderop. Maar hij keek daar wel verder de wereld in. Toen Tynke de Ree uit Bolsward er als backpacker langs kwam, hoorde Horacio van haar van alles over die wereld. Hij zat vier dagen naast haar en zijn ogen twinkelen nóg.
Nederlands (af)leren
Via Tynke, die zijn echtgenote zou worden, kwam hij in 2011 in Utrecht terecht. Een gok naar een nieuw leven. Met een andere taal. “Ik heb nooit in een klasje gezeten”, zegt hij in goed Nederlands, waarin slechts het accent aangeeft dat hij elders geboren is. Hij vind taal geen obstakel. Hij leerde telkens nieuwe woorden. “En ik voetbalde bij de vereniging Kampong in Utrecht. Als ik dan thuis kwam had ik weer woordjes geleerd. Sommige daarvan moest ik volgens mijn vrouw overigens direct weer afleren en vergeten, die waren ‘vunzig’…” Spelenderwijs Nederlands leren; spelenderwijs ook de gewoonten en gebruiken van de Nederlandse gemeenschap leren. “Ik kwam in de strengste winter van de laatste tijd in Nederland. Schaatsen leren achter de stoel. IJs, lopen op water, ik had het nog nooit meegemaakt. Leuk”.
Toch is Nederland natuurlijk anders dan Argentinië. Het enige wat Horacio wist was dat landgenote Maxima zich aan een Nederlandse prins had verbonden en hij kende als hartstochtelijk voetballer de naam Johan Cruijff. Voor de rest wist hij niets. Eerste indruk? Dat het hier kleiner was, maar hier was meer werk. Hij werkte in Argentinië in een hostel en kwam nu op een kantoor van ontwerpers en verzorgde daar de kantine. Met koffie, gewoon uit een apparaat.
Workumer gemeenschap
Horacio Soria begroef zich niet in die kantine, maar wilde alles leren. Ten eerste de Nederlandse werkmaatschappij. Hij leerde: ‘afspraak is afspraak’. En: ‘als het regent, dan regent het’. Dat het Nederlandse werk vol details zit, dat er zeer hard gewerkt wordt. Hij stond open voor alles en was dan ook snel een soort manusje-van-alles. Tot aan chauffeur toe. “Dan zeiden ze ineens: ‘We gaan morgen naar Milaan’. Dan reed ik heen en terug in een paar dagen. Zij deden zaken en ik keek rond.”
Zijn vrouw Tynke, letselschade-adviseur bij een verzekeringsbedrijf, kon voor haar werk naar Fryslân terug. Ze keken rond en kwamen in 2015 in Workum terecht. Een daar begon in Horacio een lampje te branden. Dit was het, hier gingen ze wonen. Het bleek ook nog dat de Workumer mienskip hem uitstekend paste. Vanzelfsprekend hebben ook grote steden een soort van gemeenschap, maar die is in kleinere dorpen en steden, zoals Workum, sterker en specifieker aanwezig.
Denk nou niet dat Horacio daardoor doof en blind geworden is voor de rest van de wereld. We zitten op een gewone zaterdagochtend in zijn koffiecafé te praten. Dan komen er ineens mensen uit alle windstreken binnenlopen. Hij kent de meesten, al is een dame uit Alaska een verrassing voor hem. En daarnaast heeft Horacio het ineens over Eva Tomasjan. Een Armeense. Hij raakte met haar in contact en zij bakt sindsdien elke dag taarten voor de verkoop in het koffiecafé van Horacio.
Koffie uit Ecuador
En vergeet de koffie zelf niet. Die komt uit Ecuador. Daar gaat hij naar toe samen met Maria Guadaloupe, een collega uit Mexico. Daar in Ecuador zit een commune-achtige koffieplanterij op 500 meter hoogte, waar mannen en vrouwen samen in een hechte elkaar respecterende gemeenschap de koffiebonen planten, plukken en verkopen. Onder anderen aan Horacio Soria uit Workum. En die staat in zijn café El Cafetín aan het eind van een van de inlopen naar de Merk de hele dag achter de bar om koffie voor iedereen te maken. Aan de Merk staan allemaal kleine winketjes en je eindigt bij zijn café. Kraakheldere moderne bouw, volgestouwd met allemaal leukigheden. “Recycle”, zegt hij trots.
Dat laatste geldt niet voor de grote koffiemachine, zijn grootste investering. “Ik had hem eerst in de garage staan, leerde er mee te werken, maar opeens stroomde hij over en alles lag over de grond. Ellende. Toen kwam één van mijn zoons binnen en die zei: ‘Wat ruikt het hier lekker’. Dan weet je dat je moet doorzetten. Dat heb ik gedaan”. Hij heeft nu twee koffiemachines. En ook nog een mobiel koffiecafé, waarmee hij partijen en bruiloften kan opluisteren.
Oranje en voetbal
Heeft hij toen hij het café inrichtte ook aan reclame moeten doen, of doet hij dat nu ook? Nee. De mond-tot-mondreclame deed en doet genoeg. Van mensen die zijn gezelligheid en dienstbaarheid ervoeren en dat doorvertelden. “Hij maakt ook nog een mooie boompje op je cappuccino, leuk jong” is een van de reacties. ‘Leuk’ is een woord wat vaak wordt gegebruikt. Bijvoorbeeld als je wijst naar die opvallende koelkast midden in zijn café, die geheel oranje is. Oranje? “Ja, het is mijn lichtpunt. Wij Argentijnen houden van vuur, van muziek, van vreugde.” Dat straalt die oranje kleur uit volgens hem. En dat geeft hem energie. Energie die hij gebruikt om naast het café ook feestavonden te organiseren. Of vrienden te helpen bij het een en ander. “Het leven is leuk.”
En leuk is ook het meehelpen in de begeleiding met de voetbalclub Workum, natuurlijk. Want zijn beide zoons, Diede en Figo, voetballen daar. En als je dan begint over dat het eerste team van Workum wel eens beter speelde, zegt de optimist Horacio, dat de ploeg die hij begeleidde met 10-0 won. Over voetbal gesproken – we hebben wel te maken met een Workumer Argentijn – Horacio kan lyrisch vertellen over het wereldkampioenschap van Messi en andere landgenoten, ongeacht dat ze Nederland daar uitschakelden. Juist de eendracht, die er plotseling in het Argentijnse team kwam, heeft hem aangesproken. “Dan weet je weer dat je, als je wat wil bereiken, je er elke dag gezamenlijk keihard voor moet vechten. Iedereen moet immers elke dag poetsen. Je moet ook je bloemen elke dag water geven. Als je dat allemaal samen doet is er veel mogelijk.”
Géén alcohol
Het wordt tijd de vrolijkheid en enthousiasme van Horacio wat te relativeren. Samen? Maar het individualisme in Nederland en in de wereld neemt hand over hand toe. Zijn gezicht betrekt onmiddellijk. Het is net alsof hij een vieze doek toegesmeten krijgt. En hij geeft toe: “Ja, mensen zijn alleen maar bezig om allemaal muurtjes te bouwen.” Hij wil die muurtjes direct weer afbreken. Hij neemt ons mee naar buiten, achter zijn café. Daar staat zijn mobiele koffiekar. Even verder, onder een boom door en dan ineens is dat beeld er van die echte Friese wereld: gras, wat boerderijen, prachtige luchten en in de verte de windmolens, die de duurzaamheid waar Horacio zo van houdt, verbeelden.
Dat beeld trekt meer mensen aan. Sommigen komen hier om even te mediteren, volgens hem. Hij heeft ‘in die hoek’ al enige festivalletjes georganiseerd. “De laatste keer hadden we zo’n 24 stalletjes, met allerhande culturele en sociale zaken. En we hebben muziek en een terrasje. Nee, géén alcohol, en de blikjes ruimen we samen weer op. Het is gezellig. En leuk.”
Dankbaar
Alle leuke dingen die hij heeft ervaren hebben ervoor gezorgd dat hij z’n dank wil uitspreken aan Nederland, ook al om het landschap wat ze hebben bewaard. Die dankbaarheid uit hij in de koffie. Zo werd Horacio Soria koffie-deskundige. Hij haalde al de nodige diploma’s. Koffie is voor hem geen werk, maar een gevoel. Koffie maakt immers zijn wereld. Van de Ecuadoriaanse boeren tot aan de buurvrouw uit het winkeltje naast het café. Meer dan leuk. En straks? “Ja, ik wil mijn kinderen graag eens laten zien hoe ik ben opgegroeid. Mijn kinderen bloeden nooit, en ik had altijd bloederige benen, want wij moesten in al die bomen klimmen. Wij hadden als gezin één fiets, en dan moest ik op de onderste stang fietsen. Mijn zoontje heeft nu twee fietsen. Ze mogen best de tegenstelling even zien, dan weet je dat hard werken effect heeft.”
(Bron Groot Bolsward-IJsselmeerkust. Tekst: Eelke Lok, Foto: Jelly Mellema Fotografie)