Henk Hooghiemstra en Geert Wind vormen een speciaal duo in het Jopie Huisman museum in Workum. Het zijn de mannen die namelijk voor elk ‘putsje’ in het museum kunnen worden opgeroepen. En daarbij hebben ze dan ook nog de grootste lol. Beiden zijn al lang met pensioen. De een was ooit postkantoorhouder, de ander was handig en zat in de jachtbouw. Omdat ze ook ná hun pensioen ‘onder de mensen’ wilden blijven, gaven ze aan dat ze wel vrijwilliger wilden worden in het museum. Dat zijn ze intussen al weer jaren lang. Een dubbelportret…
Het Jopie Huisman Museum in Workum beleeft een glorierijk jaar. De 50.000ste bezoeker is al aangevinkt door een van de 45 vrijwilligers van het museum. Dat betekent dat er records zullen worden gebroken. Ja, natuurlijk, in de beginperiode van het Jopie Huisman Museum, dat in 1986 aan de andere kant van het Noard werd geopend, kwamen er ook al bussen vol Jopie Huisman-liefhebbers naar Workum. Dat gebeurt nu ook, naast de talloze bezoekers die langs komen en binnen komen lopen. In de huidige museumwereld is die toeloop uniek.
Dat heeft een aantal oorzaken. De buurman van het pand waarin het museum sinds 1992 gevestigd is, de heer Gorter, had vóór zijn dood z’n kinderen ingeseind: “Verkoop dit huis maar aan het museum.” Daar reageerde het Jopie Huisman Museum dankbaar en enthousiast op. Ze kochten het pand en dat kon aan het museum worden ‘vastgelijmd’.
Ik woe net de hiele dei myn frou lêstich falle, dus ik socht ek wat; tusken de minsken
Geert Wind en Henk Hooghiemstra hebben toen namens het museum daar de eerste werkzaamheden verricht. Als er een klusje is, wordt hen namelijk vriendelijk gevraagd of ze dat willen doen. Henk is handig. En Geert zegt: “Dan gean ik op it goede plak stean”. Zo ontmantelden ze de woning van de Gorters. “Der leine op guon plakken wol trije lagen flierbedekking oer elkoar hinne. Dat moast der wol allegear út.” De woning was oud en iedereen die daarmee ooit is geconfronteerd weet wel dat ontmanteling lastig is. “Mar we ha’t oprêdden, it hûs stie leech.” Toen ze klaar waren, nam aannemersbedrijf Friso het over. Er werd een tweede tentoonstellingsruimte gemaakt.
In de jaren daarvoor was het Jopie Huisman Museum al bezig geweest zo nu en dan andere kunstenaars en kunstwerken te laten zien. Het aanpalende pand neemt nu die taak over. Daar is sinds ongeveer de jaarwisseling een tentoonstelling van de bekende Groninger kunstenaar Herman Helmantel te zien. Die expositie trekt in combinatie met het werk van Jopie Huisman zeer veel mensen naar het Jopie Huisman Museum.
Henk Hooghiemstra (75) en Geert Wind (73) hebben goede herinneringen aan de wisselende exposities van de laatste jaren. Kunstwerken moesten worden opgehaald en weer teruggebracht. Een klusje dus. “Dan hellen we de skilderijen en oar guod op en brochten it letter ek wer werom. Dan bin je ûnder oare oan it wrotten mei in neaken frouljusbyld.” Het was ook leerzaam: “We bin oeral west en dan seagen je hoe’t oare keunstners wurken en libben en je seagen mear spul fan harren.” En voor je het weet zitten ze te filosoferen over dat Chinese hemelbed van Douwe Elias uit Leeuwarden.
Dat zijn overigens herinneringen, want zulke klusjes mogen ze niet meer uitvoeren. Tegenwoordig zijn de verzekeringen uiterst gebrand op een goede beveiliging tijdens het vervoer van kunstwerken. Je kunt niet meer schilderijen op de achterbank van je auto vervoeren. Ze begrijpen het wel. “Mar we fine it wol spitich. Wy bin net benaud, mar ja…”
Veiligheid heeft voor de vrijwilligers sowieso een betekenis. Als er bijvoorbeeld tegen vijf uur ‘s middags, de eindtijd van de opening van het museum, nog een zeer drukke vloer is, dan staat de beveiliger te wiebelen op zijn tenen. Hooghiemstra: “Mar wy wolle de besikers net opjeie, dy moatte har kâns ha om it allegear goed te sjen. It moat net altyd sa strikt.”
Afgezien dat er een woning aan het museum werd gebreid en dat de daar exposerende Helmantel bewonderd moest worden, moet er toch ook nog wat meer zijn dat zorgde voor de massale toestroom van de bezoekers. Er waren zelfs op zomerse dagen zo’n 300 à 400 bezoekers. En die stroom is nog steeds niet afgelopen. Zo zou er best eens een aantal van 70.000 bezoekers kunnen worden gehaald. Elk museum in Fryslân is stinkend jaloers op dat succes van het Jopie Huisman Museum. “En dat is net samar wat, dan ha we hiele drokke dagen efter de balie, dan bin je oan it ein fan de dei wol útblust.” Maar ook heel tevreden.
Het succes is voor een deel te danken aan de museumkaart en de VriendenLoterij. Maar, zeggen de beide mannen, ook en vooral aan directeur Peter Miedema en zijn staf. Het enthousiasme, de ‘drive’ waarmee alles wordt opgezet en draait, noemen ze geweldig. De promotie, het netwerk, het zit allemaal goed in elkaar. Dat vinden overigens alle vrijwilligers, die zo dienstbaar mogelijk naar de bezoekers mogen zijn. Bovendien zijn ze heel tevreden over de wijze waarop de vrijwilligers verzorgd worden. “Njonken alle attinsjes krij we ek noch elk jier in reiske nei in oare keunstsinnige stêd yn binnen- en bûtenlân. Nee, se passe hiel goed op ús.”
Eigenlijk is er maar één dingetje vervelend voor de beide mannen: van de circa 45 vrijwilligers zijn er slechts drie een man. “Ja, wy sitte hjir yn in ‘hinnehok’,,, En dat moat eins wat oars.” Eigenlijk is een hint aan de verslaggever om dit wél te benoemen in het interview; dan komen er misschien wat meer mannen bij. Het is overigens geen enkele kunst om het aantal vrijwilligers op peil te houden. Er worden nimmer advertenties voor geplaatst, want de van ervaringen en sfeer vertellende vrijwilligers leveren altijd weer nieuwe kandidaten op.
Jopie kaam elke freed by my yn it postkantoar om syn betellingen te dwaan. En dan lei hy twa gûne del, dêr koe ik dan in bierke foar keapje
‘Kandidaten’, ja. Geert Wind zit in de commissie die eerst een ‘sollicitatiegesprek’ heeft met de mensen die graag aan die balie willen staan, bezoekers wegwijs maken en de audiokastjes aan het publiek uitdelen. Zodat ze nog meer van Huisman en Helmantel gewaar worden dan alleen het kijken naar kunstwerken. Wat ze óók doen is het verkopen van het bijbehorende materiaal. Zoals de canvas reproducties van veel Jopie Huisman schilderijen. Die vliegen als taartjes over de toonbank. En koffie hoeven de vrijwilligers niet meer te zetten voor de bezoekers omdat restaurant Folkerts een doorsteek heeft naar het museum. Een geweldige oplossing voor beide kanten.
Geert Wind kwam in z’n dagelijkse werkzame leven bij de PTT terecht en werd later de postkantoorhouder in Workum. Toen de privatisering toesloeg, beheerde hij de adviesbalie van de Postbank, later de ING. Toen dat werk óók verdampte werd er een ‘ideale regeling’ getroffen. Echter stond Wind toen op straat. Hij wilde het contact met mensen graag houden en daarvoor was vrijwilliger worden in het museum van Jopie Huisman ideaal. Geert Wind: “Jopie kaam elke freed by my yn it postkantoar om syn betellingen te dwaan. En dan lei hy twa gûne del, dêr koe ik dan in bierke foar keapje. Ik moast him teloarstelle, wy mochten gjin foaien oannimme.”
Ook Henk Hooghiemstra kende Jopie Huisman. “Ja wis, wy wennen dêr flak njonken. Ik ha noch faak boarte mei syn âldste soan Pepy, dy is no ek al dea.” Hooghiemstra doorliep de ambachtsschool, haalde ook andere papieren. Hij timmerde, meest in bootjes. Bij een jachthaven, die hij later overnam. En die hij, toen hij zestig was, goed kon verkopen. “No ja, en ik woe net de hiele dei myn frou lêstich falle, dus ik socht ek wat. Tusken de minsken.” Zo kwam hij in het Jopie Huisman Museum terecht en trof daar Geert Wind.
Zo werden ze een gouden duo. “We fulle elkoar oan at we fan dy putsjes dogge. We ha miskien beide wol oare ynsichten, mar we komme altyd wer lyk út. En it is gesellich.” Dat zijn de woorden die ze veel gebruiken als ze het hebben over het museum en de klusjes die ze zo nu en dan doen.
Er hangt wél een beetje een schaduw over hun vrijwilligerswerk. Op 77-jarige leeftijd moeten de vrijwilligers in het Jopie Huisman Museum stoppen. Voor sommigen is het dan ook wel goed geweest, maar anderen, zoals Wind en Hooghiemstra, zijn fit genoeg om nog jaren hun dingen te doen. En ze blíjven vooruitkijken. “It Museum komt no ynkoarten mei in nije keunstner op it plak fan Helmantel, Johan de Wit. Hiel benijd hoe at dat is.” En over de bezoekers: “Se mutte hjir al efkes sjen.”
(Bron Groot Bolsward-IJsselmeerkust. Tekst: Eelke Lok. Foto’s: Jelly Mellema Fotografie)

