Vogels overwinteren op Friese meren

11 dec

Verschillende kwetsbare watervogels overwinteren graag in de Friese meren. Daarom worden watersporters gevraagd om van 1 oktober tot 1 april de met boeien gemarkeerde vogelrustgebieden niet in te varen. Zo krijgen vogels zoals de smient en het nonnetje voldoende rust om reserves op te bouwen voordat ze weer verder vliegen in het voorjaar. 

De vogelrustgebieden liggen in de Natura 2000-gebieden Snitser Mar en omgeving, de Wite en Swarte Brekken, de Aldegeasterbrekken, de Fluezen en de Alde Feanen. Ze liggen niet op drukke vaarroutes of in de vaargeulen, maar langs de ondiepe randen van de meren. Watersporters en sportvissers kunnen dus gebruik blijven maken van de vaargeulen. Gele boeien met blauwe stickers met een slobeend en de tekst ‘Vogelrustgebied’ markeren de rustzones. Dit jaar liggen in de Wite en Swarte Brekken en de Bombrekken – onderdeel van de Aldegeaster Brekken – extra boeien om de gebieden duidelijker te markeren.

Verstoring
Watervogels zoals de smient, slobeend, nonnetje of wintertaling, overwinteren graag in Fryslân. Maar niet alleen vogels zijn actief in de herfst en winter, ook watersporters en vissers zijn op het water te vinden. Bijvoorbeeld met roeiboten, motorboten, kano’s, SUP’s of zeilboten. Soms kan één voertuig of persoon vanaf enkele honderden meters al voor voldoende verstoring zorgen om de vogels te laten opvliegen. Vooral bij grote groepen vogels kan dit voor veel onrust zorgen. Elke keer dat de vogels opvliegen, verliezen ze wat van hun opgebouwde reserves. En die reserves hebben ze juist hard nodig om in het voorjaar weer verder te kunnen vliegen naar hun zomerverblijven om daar te nestelen. Bij teveel verstoring kunnen vogels een gebied uiteindelijk gaan mijden. Daarom worden watersporters gevraagd de gebieden tussen 1 oktober en 1 april niet in te varen.

(Bron: Groot Bolsward-IJsselmeerkust, Foto: Hans Pietersma)