Van Pikin Slee naar Workum; eigenlijk best logisch…

21 nov

Wat hebben Workum en Pikin Slee, in het binnenland van Suriname, met elkaar gemeen? Op het eerste gezicht niet veel, maar uit een gesprek met Edje Doekoe, Toya Saakie en Marjet Zwaans van het kunstenaarscollectief Totomboti blijkt, dat het meer is dan je zou denken.

Jeugdvrienden en vakgenoten

Pikin Slee ligt op vier uur met de auto en dan twee a drie uur met de boot van Paramaribo. Edje en Toya kennen elkaar al van kinds af aan uit hun hometown. Ze groeiden op in een gemeenschap die het doorgeven van verhalen, tradities, ambachten en kunsten hoog in het vaandel heeft staan. Die overdracht gaat mondeling, van vader op zoon, van moeder op dochter. Nu waren hun beider vaders kunstenaars die in de houtbewerking gespecialiseerd waren en was het vanzelfsprekend dat zij dat ook gingen doen.

Zo leer je het

Hoewel Toya dat niet altijd vond. “Als kind woonde ik met mijn vader in Paramaribo. Ik ging doordeweeks gewoon naar school. Op maandag kreeg ik mijn zakgeld van 50 cent en dat gaf ik gedurende de week makkelijk uit. Toen ik acht was, vond mijn vader dat het tijd was om het vak te leren en zei dat ik in het weekend in het atelier moest komen helpen. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik ging liever voetballen met mijn vriendjes. Mijn vader waarschuwde me, dat hij mijn zakgeld zou inhouden als ik niet kwam helpen, maar ik luisterde niet. Tot het op een dag “menens was” hij vertelt er smakelijk over “Die week was een zware week. Dus het weekend daarop ging ik naar het atelier. Op zaterdag zat ik te mokken en op zondag pakte ik maar wat stukjes hout op, die ik schuurde en klaarmaakte voor de verkoop. Er werden drie stuks verkocht aan toeristen en mijn vader liet me de opbrengst van anderhalve gulden houden. De week erop gaf ik geen cent uit. Ik merkte dat verdiend geld voor mij veel waardevoller was, dan het gekregen zakgeld. Zo leerde ik het vak en sparen in een keer!”

Behouden van kunst en traditie

Niet veel later verhuisde Toya terug naar Pikin Slee en hernieuwde de band met Edje. Ze groeiden samen op in het bos en leerden optimaal gebruik te maken van het hout om hen heen. Ze zagen de ouderen om hen heen wegvallen en de kunstig bewerkte banken, deuren en kammen die ze bewerkt hadden, wegrotten. Om te voorkomen dat de traditie uit zou sterven, besloten ze met vier anderen om het collectief Totomboti op te richten. Totomboti heeft als doel om de traditionele houtsnijkunst te behouden en door te geven aan toekomstige generaties. Daarom richtten ze het Saamaka Marron Museum op. Met een atelier erbij, waar ze kinderen de kans geven om de kunst af te kijken en zelf aan de slag te gaan met de tradities. Sommigen hebben daar meer interesse en aanleg voor dan anderen, maar er zijn genoeg enthousiastelingen om de houtsnijkunst door te geven.

Samen kom je verder

Ook uit het buitenland is belangstelling voor hun werk. Voor de oprichting van het museum heeft een neef, Humphrey Schmidt, de fondsen geregeld. Ook Vinije Haaboo vervult een belangrijke rol in Totoboti. Hij komt uit Pikin Slee, maar woont sinds 2002 in Wageningen, waar hij werkt aan het Groot Woordenboek der Saramakaanse taal. Als bezoeker van het Saamaka Museum ontmoette Marjet Zwaans de mannen van Totoboti, die haar in contact

brachten met Vinije. Marjet, Nederlandse en beeldend kunstenaar, deed in 2018 onderzoek naar korstmossen en hoe algen samenwerken en -leven met schimmels. Zij maakt dus ook kunst met natuurlijke materialen en werd gegrepen door het werk van Edje en Toya. Sindsdien werken zij vanuit de gemeenschappelijke basis van organische kunst en beeldspraak en onderzoeken hoe hun verschillende invalshoeken samengebracht kunnen worden en elkaar kunnen versterken. Marjet woont de helft van het jaar in Pikin Slee en Edje en Toya zijn vaak, zeker twee maanden per jaar in Nederland. “We versterken elkaar” verklaart Edje.

Organisch werken, leven en reizen

Een intensieve samenwerking dus die hen afgelopen juni naar Oerol bracht. Met Kanda hanka / liederen verankeren presenteerde Totoboti een beeldende kunst installatie met tien kunstwerken, waarvan de titels verwijzen naar historische plaatsen in en rond Pikin Slee. Dagelijks gaven zij live een inkijkje in de magische krachten en bezielde wereld van de Afrikaanse voorouders. De Apunku en de Apinti vertelden in vrolijke liederen, spirituele drum en diepzinnige spreuken, het verhaal van wat er gebeurt en gebeurde bij de kreken en in het bos    

Omdat ze intuïtief werken, zien ze wel hoe het één tot het ander kan leiden. “We vervolgden ons pad op gevoel: zo leven we en zo werken we” zegt Edje. Op die manier kwamen ze ook in Workum terecht. En meer specifiek: bij Scheepstimmerwerf ‘De Hoop’. Want daar woont het drietal op het moment. De traditie van houtbewerken en verhalen die onlosmakelijk met ‘De Hoop’ verbonden is, voelde meteen goed. Het is bijna geen toeval te noemen, dat ze nu wonen en werken in een volledig houten pand met een lange geschiedenis. Hier doen ze een  onderzoek residentie op uitnodiging van Hans den Hartog, Jager en Arcadia. Zij zijn bekend van tentoonstelling Paradys in Oranjewoud en organiseren de volgende Paradys in 2025 in Leeuwarden

Scheepsbouw en houtbewerking

Totobooti kwam in Workum in contact met Johan Prins, scheeps- en mastenbouwer. Hij wees hen op de oude deurposten van ‘De Hoop’ die met de restauratie vervangen zijn. Het eeuwenoude hout is bezield. Voor Totoboti is een hedendaags kunstwerk onlosmakelijk verbonden met spirituele tradities. In het werken met het Europese hout voelen ze het verschil wel met hout dat nooit geplant is. “Het hout geeft aan wat je ermee kan. Dat is wereldwijd zo” licht Johan toe “Ook op scheepswerven zoals ‘De Hoop’ weten de vaklui dat. En ook daar werd kennis van leermeester op gezel en van schip op schip overgedragen. Er stond vaak niet veel op schrift.” Toya vult aan: “Zoals het hier vroeger ging, gaat het bij ons nog steeds.” En zo blijkt dat er meer is dat Workum en Pikin Slee verbindt dan je in eerste instantie vermoedt.

Met dank aan Edwien Bodjie, die heeft geholpen als tolk vanuit Saramakan naar het Nederlands

Drone-foto: Marjet Zwaans