Besmuikt lachend wordt in de Zuidwesthoek van Fryslân momenteel wel eens gekeken naar de moeite die het kost om bestuurders in Den Haag te overtuigen van het belang van een spoorweg. De Lelylijn ligt daar niet in het gedachtengoed. En dan gaat de herinnering van de bewoners van Zuidwest-Fryslân terug naar eind jaren zestig en begin jaren zeventig van de vorige eeuw, toen ze een fikse botsing hadden met het landelijk bestuur over het spoor van Sneek naar Stavoren, toen nog Staveren genoemd.
Staatssecretaris Meijer Josef Keyzer van de VVD, zittend in het kabinet van premier Piet de Jong vroeg in een besloten brief aan Gedeputeerde Staten van Friesland om advies over hoe hij de onrendabele spoorlijn Sneek-Staveren zou kunnen sluiten. Dat kon wel met de bus. Wat er daarna in het Zuidwesten van de provincie ontstond was een uiterst felle reactie van bestuurders, maar vooral van de bevolking. Een reactie die uiteindelijk zou leiden tot het voort laten bestaan van de spoorlijn.
Het verzet tegen het voorgenomen besluit de spoorlijn op te heffen was fel en de gekozen stijl was humor. En met die humor bereikten ze de aandacht. En die aandacht leidde tot het voortbestaan van de spoorlijn. Het mooiste voorbeeld daarvan staat in een advertentie in de Volkskrant van 28 januari 1970 waarin “de gehele Zuidwesthoek van Friesland” te koop werd aangeboden voor “de 20 zilveren penningen, waarvoor de grote broers de kleine, weerloze Jozef indertijd verkochten.” De Telegraaf weigerde de advertentie, want die moest op de voorpagina’s komen. De Volkskrant nam hem wél op, maar dan op pagina 2. En toen was het kostje gekocht. De staatssecretaris haalde uiteindelijk bakzeil.
“Te koop aangeboden: de gehele Zuidwesthoek van Friesland”
Het wordt ons allemaal verteld door Harmen Glashouwer uit Hindeloopen, toen de allerjongste gast van de actiegroep, die was ontstaan. Harmen Glashouwer heeft nu – op 77 jarige leeftijd – de administratie van die actie helemaal compleet klaarliggen, zoals het een verzamelaar betaamd. Want dat is hij nu nog steeds in Hindeloopen. Toen zat hij in het bestuur van Plaatselijk Belang en werd door de burgers van Hindeloopen gevraagd in die actiegroep zitting te nemen. Want Hindeloopen mag dan zelf zo’n twee kilometer van het station afliggen, de bevolking was erbij gebaat. Vooral voor de scholieren en ook ouderen die in Sneek of Leeuwarden moesten zijn. Ook zakelijk, omdat je met de trein dingen kon versturen. En de toeristen gingen toen ook al in de trein zitten, om daarna eens rustig door het Friese platteland naar dat wonderlijke stadje Hindeloopen te kuieren.
Al vrij snel nadat het onwerkelijke standpunt van de staatssecretaris bekend was geworden – het provinciaal bestuur lekte namelijk onmiddellijk – hadden de actievoerders de hele Zuidwesthoek al volgeplakt met stickers. ‘Sûnder trein, lam slein’ stond daarop. Dat was het motto van de actie. De rest van de wereld laten zien dat die trein essentieel was. Dat bussen zich niet tegelijkertijd over de smalle wegen konden bewegen, samen met de machinerieën van de boeren. Die trein was geen status, maar gewoon noodzakelijk.
Avond aan avond trokken de actievoerders onder leiding van Stadsbelangbestuurder Weremeus Buning uit Workum door de dorpen en steden in de vijf gemeenten die er toen nog waren in de Zuidwesthoek. Natuurlijk gingen de bestuurders van die gemeenten en die van de provincie ook hevig in verzet. Gedeputeerde De Wilde trok zelfs een keer aan de handrem van de rijdende trein en kreeg daarom een boete van 75 gulden. Maar zelfs de bestuurders wisten dat tegenspreken niet genoeg was; er moest ook de aandacht op worden getrokken.
Het moet gezegd worden dat de inzet van gedeputeerde Paul Emile van Krevelen, gecoördineerd met de gemeenten, zeer voldoende was. Temeer toen bleek dat de gedachten van de staatssecretaris naar een nieuwe weg over het spoortracé gingen, en de Friese bestuurders hem daarop uitlegden dat zoiets een onvoldoende uitwijk was. Bovendien zou er dan jaren helemaal geen vervoer zijn. Ook over de financiële situatie van de spoorlijn was een meningsverschil. De staatssecretaris had het over een tekort van zeven ton. De Friese bestuurders rekenden hem voor dat het tekort in werkelijkheid veel kleiner was. En ze wisten natuurlijk van de plannen van het ministerie om een weg Stavoren-Enkhuizen aan te leggen. Dan is die trein heel erg nodig, ook voor het toerisme naar de boot naar Enkhuizen.
Maar actie moet ook actie zijn. De bevolking had door dat ze ook iets specifieks moesten doen. Er kwamen veel niet-werkbare voorstellen, vertelt Glashouwer. “Dêr ha we wol in hiel soad wille oer hân. Mar it koe net.” Het moest namelijk niet te ver gaan. Zo gebeurde het afbreken van de gasverbinding uit Fryslân via het IJsselmeer naar Holland uiteindelijk niet.
Actie moest opvallend, maar wel ‘fleurich’. Notaris Niemantsverdriet uit Workum en dominee Postma uit Warns zetten uiteindelijk de advertentie in. Als een “voorlopige kennisgeving”; een waarschuwing: als de Tweede Kamer niet door de bocht ging werd de Zuidwesthoek van Friesland te koop aangeboden. Het zinnetje “zeer geschikt voor de op Texel geweigerde naturisten” was raak.
‘D-day’ werd het een dag na publicatie van de advertentie, tijdens de hearing in de Tweede Kamer op 29 januari 1970. De Zuidwesthoek wist intussen wat een hearing was. Die op 22 december ‘69 in Workum was een ware demonstratie geworden tegen het opheffen van de spoorlijn. Eerst wat rommelig, maar toen Weremeus Buning ingreep werd het een geweldig verhaal. Zo ook de hearing in Koudum op 20 januari. Bestuurders en bevolking waren eensgezind in hun strijd tegen de staatssecretaris.
Bussen vol actievoerders waren wel verwacht in Den Haag. Maar ineens werden in de ochtend twaalf koeien losgelaten op het Binnenhof, voor het gebouw van de Tweede Kamer. De beveiligingsman schrok en vroeg “waarom al deze varkens naar Den Haag waren gekomen.” Zó sterk was het onbegrip tussen stad en platteland. Foto’s, krantenartikelen, radio en tv, héél Nederland wist ineens van de actie. Ze wisten ook waarom de spoorlijn nooit zou moeten verdwijnen. Dat vertelden al die mensen in die bussen, met hun spandoeken. Massaal ging Zuidwest-Fryslân mee naar Den Haag en dat werd overrompeld. Plotseling werd het Friese Kamerlid Theun Tolman op de schouders gehesen door zijn collega’s, omdat hij het had over het “bekakte Binnenhof”. En dat zei hij niet alleen omdat de koeien er op dat moment hun behoefte deden.
De koeienactie, die op naam stond van R. Heerkens, beheerder van camping De Kuilart in Koudum, was een succes. De naam van Heerkes stond ook in de advertentie voor nadere inlichtingen over verkoop van Zuidwest-Friesland. De Kamer legde staatssecretaris Keyzer duidelijk uit, dat wat hij wilde niet zou kunnen. Zo duidelijk dat de staatssecretaris een dag daarna de krant liet weten dat hij zijn standpunt zou wijzigen en de spoorlijn Sneek-Staveren zou blijven bestaan. En toen de secretaresse van premier De Jong zei dat de ontmoeting die de actievoerders en burgemeesters met hem zouden hebben niet door hoefde te gaan, wist iedereen het en werd het een feest in de Friese Zuidwesthoek.
De toen nog jonge Harmen Glashouwer uit Hindeloopen was in die periode al schilder van de Hindeloper stijl. Hij deed het zelfs een paar periodes in Amerika. Via connecties in Denemarken en Zuid-Korea zorgde hij dat de stoffen de hij in zijn winkel verkocht ook de Hindelooper motieven kregen. En toen de computers kwamen, gebruikte hij die voor zijn werk, wat nog altijd in zijn winkel is te vinden. Vanwege zijn gezondheid is die winkel in de zomer enkel tussen 13.00 en 1600 uur geopend. Maar het is op zichzelf een museum. “En jûns gean ik dan noch wolris nei de leugenbank”, vertelt Glashouwer. En dan hebben ze het daar ook nog wel eens over die twee maanden dat een aanval vanuit Den Haag kon worden afgeslagen. Dan laat hij die advertentie nog wel eens zien. “En dan ha we dêr bêst noch wille fan.”
(Bron Groot-Sneek. Tekst Eelke Lok)