Siebe en Wies Bokma zijn al 65 jaar een echtpaar

23 jul

Ineke Mulder-Grasman

Het is dinsdag 10 juli 1956 als het huwelijk tussen Siebe Bokma en Wies Veninga in het gemeentehuis in Koudum wordt voltrokken. De kerkelijke inzegening van het huwelijk vindt eveneens in Koudum plaats, het dorp waar Wies is opgegroeid en waar haar ouderlijk huis stond. Het weer is die dag onstuimig, de zon laat zich niet zien en het regent, met name in de avond en nacht, behoorlijk. “Velen die ons die avond kwamen feliciteren, en na afloop van het feest weer op de fiets naar huis moesten, een auto was in die tijd zeker nog niet voor iedereen weggelegd, kwamen die nacht doorweekt thuis,” aldus Siebe, die het zich nog allemaal goed kan herinneren.

Siebe zag haar voor het eerst op het toneel. Wies zat op de kweekschool en vervulde een rol in de jaarlijkse toneeluitvoering. Siebe vergezelde op deze avond zijn kameraad, die eveneens op de kweekschool zat. Hij zag in Wies een aardig meisje. Een tweede ontmoeting, althans wat een tweede ontmoeting had moeten worden, tijdens een uitje van de kerk, kwam niet echt tot haar recht. Siebe probeerde het toen op een andere manier, hij zocht uit hoe laat Wies van de trein kwam en wachtte haar op. Een afspraak werd gemaakt voor de zondagavond en ook toen ging het bijna nog mis. Koudum was groter dan Siebe had verwacht en zo stond Siebe ‘hier’ en zij ‘daar’.
Toch vonden ze elkaar en het was ‘aan’. Even is het ‘uit’ geweest, zo vertelt Wies in hun prachtige appartement in Ravelijn in Koudum. Siebes vader zag in haar geen goede partij, Wies had alleen nog maar een pen in handen gehad, nee dat was niets. Maar na een paar dagen was het weer ‘aan’. Siebe: “Mijn vader overleed toen hij nog maar 60 was, hij heeft helaas nooit kunnen zien met wat voor geweldige en fantastische vrouw ik ben getrouwd en dat vind ik nog steeds erg jammer.

Na hun trouwdag kwamen Siebe en Wies wonen in Workum, en zoals het gebruikelijk was in die tijd stopte Wies met werken, en dat vond ze maar niets. Wies, die volledig bevoegd was om les te geven en intussen mem was geworden, werd, tot haar grote vreugde, gevraagd om in te vallen op de Gereformeerde Lagere School in de Begine. Zij was hard nodig en er was voor haar al dispensatie aangevraagd om als getrouwde vrouw toch voor de klas te mogen staan. En zo kwam Wies terug in het onderwijs wat zij naast haar gezin zou blijven doen. “Bijzonder voor die tijd, zeer zeker,maar het kwam op ons pad, en wie zijn pad volgt dat is uitgestippeld door onze Heer, kan alleen maar volgen en daar zijn wij heel dankbaar voor,” aldus Wies. Bijzonder is ook te noemen dat de kinderen van Siebe en Wies ook naar de Gereformeerde School in Workum zi)n gegaan en zie, zoon Otto Jan Bokma zwaait nu mede de scepter met de verkoop van biologische kaas en ambachtelijke producten in Versmarkt de 3 Ambachten in Workum,

Siebe en Wies, die de boerderij van Siebes ouders in de beginjaren van hun huwelijk aan Nijhuizum 1 in dat dorp hadden overgenomen, kregen samen vier kinderen, drie jongens en een dochter. Toen bleek dat twee van de drie zonen boer wilden worden, werd de boerderij, die te klein was voor twee boeren, in Nijhuizum verkocht en een boerderij aan de Ursuladyk van de familie Kuipers in It Heidenskip gekocht, alwaar voldoende ruimte was om te boeren. De jaren verdwijnen in de tijd, Zoon Klaas boert nu met zijn gezin op de Gouden Boaijum, een eiland tussen Woudsend en Heeg (zie wvww.goudenboaijum.nl.) Zoon Otto Jan runt samen met zijn gezin de pleats aan de Ursuladyk in It Heidenskip en de kaasmakerij de Nylander. Zoon Gerlof woont met zijn gezin in Voorthuizen en dochter Dien woont met man en kinderen in Israël. Siebe en Wies wonen, alweer 9 jaar, in Koudum. “Het is hier goed,” aldus Wies, “maar het is geen Workum.”

Zíj zagen uit op de Finke, zij hebben het nieuwe woonzorgcentrum zien voltooien en zien nu hoe de laatste delen van verzorgingshuis de Finke worden weggeslagen door de slopershamer, einde van een tijdperk en de start van een nieuw tijdperk. “Toen wij trouwden sloten wij het boek van onze jeugd af en openden het boek voor een nieuw begin, een nieuw begin met als startdatum 10 juli 1956, niet wetende dat het een dik boek zou worden, een boek dat hopelijk nog dikker mag worden.”

Siebe en Wies, die regelmatig Israël hebben bezocht en dit al deden voor hun dochter er naartoe vertrok, zijn dankbaar voor alles wat op hun levenspad is gekomen, en daar zijn zij Hem, de Schepper, dankbaar voor. “De Heer heeft ons geleid en zal ons blijven leiden, wij blijven Hem trouw.”

De kinderen kijken terug op een fantastische jeugd en ook voor de kleinkinderen (13) en achterkleinkinderen (de teller van hen staat nu op 12, met de 13e op komst) was en is het fijn bij pake en beppe. Dat scherven geluk brengen blijkt wel uit de nu volgende anekdote. Zoon en dochter moesten helpen met de afwas, ze kregen onenigheid tijdens het afdrogen, waarop mem Wies, die het gekibbel zat was, de stapel met borden oppakte en ze liet vallen op de keukenvloer, alles oan diggels fansels. “Zo, nu hoeven jullie dit niet meer af te drogen,” waren haar woorden. De kinderen waren stil.

Zaterdag 10 juli 2021, was het 65 jaar geleden dat Siebe Bokma uit Nijhuizum en Wies Veninga uit Koudum elkaar het jawoord gaven, deze dag hadden zij graag groots willen vieren, maar corona gooide roet in het eten. Zo zijn Siebe en Wies een dag te gast bij de jongens en komt dochter Dien in het najaar naar haar Heitelân. Dat Siebe en Wies nog maar lang voor elkaar gepaard mogen blijven!

Bron: workumer krant FRISO

Op de foto: Burgemeester Jannewietske de Vries van de gemeente Súdwest-Fryslân die een bezoek bracht aan het echtpaar.