FACE TO FACE met Ruth Vulto Gaube: “Hier vind ik de rust om de essentie van de dingen te vinden”

15 okt

WORKUM – We zijn in Workum en gaan langs bij beeldhouwster Ruth Vulto Gaube. Om bij haar huis en atelier te komen moet je door een soort steeg. Aan het eind zit een houten deur. Als je die door bent, betreed je een oase van rust. Huis, schuur en erf vormen samen een oude stadsboerderij, aan de achterkant begrensd door een kleine vaart. De schuur is omgebouwd tot atelier met twee verdiepingen. In de betonnen vloer zie je nog duidelijk waar de grup, de mestgoot, gelopen heeft. 

Binnen en buiten het atelier van Ruth Vulto Gaube staan, waar je ook kijkt, overal beelden. Abstracte beelden. Beelden van hout, Belgisch hardsteen, Noors graniet, onyx of brons. Buiten in een hoek zien we een statig beeld van een roodachtige steensoort. Lang en verticaal. Rondom zacht gepolijst. Op ooghoogte is er een soort zwaardachtige vorm ingegraveerd. We vragen wat het voorstelt. “Voor mij is dat de klank van een trombone”, legt Ruth uit. We zijn er nog geen minuut en nu al zijn we bij een van de kernthema’s van haar werk.

Van Berlijn naar Workum 
Ruth Vulto Gaube (64) is van Duitse origine. Ze is geboren in Düsseldorf en woonde daarna een groot deel van haar leven in Berlijn. Daar woonde ze samen met haar man, de Nederlander Jan Vulto. Nu woont ze in Workum. Hoe is ze daar te terechtgekomen?

“Dat zat zo,” vertelt Ruth, “Jan en ik woonden midden in Berlijn. In de wijk Schöneberg. Nadat de Muur in ’89 gevallen was, werd de stad overspoeld met mensen. Met journalisten, toeristen en veel mensen uit de voormalige Oostbloklanden. We snakten op een gegeven moment naar rust en ruimte. Toen zijn we met een Nederlandse makelaar gaan praten. Die zei: ‘Als je rust en ruimte zoekt, moet je naar Friesland gaan.’ Dus daar zijn we een fietstocht gaan maken. Jan is meubelmaker en kon in Workum aan de slag bij een botenbouwer. Zo zijn we hier dertig jaar geleden terechtgekomen. We hebben er geen moment spijt van gehad.

Natuurlijk gaan we nog af en toe naar Berlijn. Daar zuig je dan alle kunst en cultuur op. Ik kom er graag. We hebben er nog veel vrienden wonen. Maar het mooie van Workum is dat ik hier weinig prikkels heb. Dat helpt mij om de essentie van de dingen te vinden. Ik waardeer die rust enorm.”

Friezen zijn níét stug
“Ik geef al bijna veertig jaar les, waarvan twintig jaar aan het Centrum voor de Kunsten in Sneek, wat nu Atrium heet.” De afgelopen negen jaar was Ruth ook docent beeldhouwen en kunstgeschiedenis aan de Kunstacademie in Leeuwarden. “In het begin sprak ik geen Nederlands, maar de mensen zijn altijd welwillend geweest. Misschien komt het ook doordat beeldhouwen een taal van vormen is en die is internationaal. Maar toch. Ik heb Nederlands geleerd, gewoon door hier te zijn. Ze zeggen wel ‘ns dat Friezen stug zijn, maar dat vind ik totaal niet. Hier in Friesland wonen aardige en betrokken mensen. Ik ben heel goed ontvangen, hier. Onze dochter en zoon  – ze zijn nu 33 en 27 jaar – zaten hier op de basisschool. Daar ben ik ook altijd actief geweest.”

Verzetsmonument
“Op een gegeven kwam er in Workum een nieuwe wijk, de Thomashof. De straten zouden vernoemd worden naar verzetsstrijders. In de wijk zou ook een verzetsmonument komen. Er kwam een openbare inschrijving waarbij beeldhouwers hun ideeën konden presenteren over hoe ze dat project wilden realiseren. Onderdeel van de opdracht was, dat het monument samen met de bovenbouwleerlingen van de drie basisscholen in Workum uitgewerkt moesten worden. Daarop heb ik ook ingeschreven. Ik wilde drie beelden maken. Het eerste beeld moest onderdrukking uitbeelden, het tweede verzet en het derde vrijheid. Uiteindelijk heb ik de opdracht gekregen.”

(Bron Groot Bolsward-IJsselmeerkust)