Al eerder was ik in de bijzondere ‘wereld’ van Súd 6. Deze keer kwam ik echter niet voor de SpooneyWorld, er was een ander doel. Het ging me nu om het werk van Renske. Ongeveer twee jaar geleden kochten zij en haar partner dit huis, verbouwden het, openden de deur en lieten zien wat ze maakten. Hij zijn speelse fantasiefiguren en schilderijen, zij haar puzzels.
Bij dat eerste bezoek had ik wel even naar die puzzels gekeken en ik begreep toen al wel van Renske dat dit geen gewone puzzels waren. Omdat mijn aandacht toen het andere werk in de galerie betrof vroeg ik niet verder, dat wilde ik nu inhalen. Bij de kennismakingskoffie kwam ik terug op haar opmerking van toen: “Jij zei destijds dat dit geen doorsnee legpuzzels zijn, ik ben toen vergeten je te vragen wat deze puzzels zo anders maakt, wil je me daar nu wat over vertellen.?” Ik had bij binnenkomst wel gezien dat Renske als voorbereiding op ons gesprek van alles aan materialen had klaar gelegd. Het antwoord kwam dan ook snel: “De puzzels die ik maak zijn allemaal van hout. Wat grootte betreft zijn ze verschillend, van betrekkelijk klein tot posterformaat. Dat is het eerste en het tweede is dat er geen voorbeeld bij is. Je moet daardoor niet alleen letten op de kleuren, je moet ook heel goed kijken naar de vormen. Die dubbele aandacht maakt het interessanter maar ook moeilijker.”
Lachend zei ze er bij: “Puzzelen op basis van kleur en vorm stimuleert de linker en rechter hersenhelft.” Dat ontlokte mij de reactie dat het dus voor ouder wordende mensen een goede oefening is om de hersenen bij de tijd te houden. “Je had het over de vorm van de puzzelstukjes. Ik ben een leek op dit terrein en zie eerlijk gezegd niet zoveel verschil.” “Je zou mijn stukjes eens moeten vergelijken met die uit een kartonnen doos. Mijn stukjes zijn van hout en de vormen zijn anders, ze hebben meer variatie.”
Ondertussen pakte ze een stuk hout en liep naar haar zaagmachine. “Ik laat je even zien hoe ik dat doe.” Op dat moment zag ik de combinatie van ambacht en creativiteit. Aan de beweging van haar handen en vingers en aan de gerichte manier van kijken was meteen te zien dat deze handelingen haar volle oplettendheid nodig hadden. Heel geconcentreerd bewoog ze het hout langs het zaagje en bijna liefdevol gaf ze me de stukjes die ze als voorbeeld had gemaakt. Ze overtuigde me er mee.
“Nu even wat anders Renske, een voor de hand liggende vraag: hoe ben je er toe gekomen om puzzels te gaan maken?” “Door mijn vader, die maakte ook houten puzzels. Hij had ooit van zijn vader een kist gekregen met zakjes waar houten puzzels in zaten.” Al pratend zocht ze op de laptop een foto van die kist, ongeveer 120x80x80 schatte ik, vol zakjes. “Mijn opa had die kist met inhoud ook gekregen, hij maakte ook houten puzzels. Het is dus een familiegebeuren. Maar ik zie dat je naar die zakjes kijkt, die werden gemaakt uit een oude jurk of zoiets. Zelf gebruik ik daar speciale stof voor, knoop het zakje dicht en er komt een kaartje bij met een deel van de afbeelding van de puzzel.” “Jouw vader heeft je hier dus ‘warm’ voor gemaakt. Je leerde van hem ook het ambacht, neem ik aan?” “Ja, hoewel zijn puzzels wel heel anders zijn, dat geldt voor de afbeelding en ook voor de manier waarop ik de stukjes vormgeef.”
“Dat begrijp ik, want na het ambachtelijke komt het creatieve en dat is van jezelf. Daar wil ik graag nog meer van weten. Hoe kom je aan je afbeeldingen en wat bepaalt daarbij je keus?”
“Allereerst hangt het af van de leeftijd, ik kies voor iemand van zeven jaar een andere afbeelding dan voor iemand die volwassen is. De thema’s komen uit de wereld van de fantasie, soms uit de mystiek maar er moet wel altijd iets gebeuren.” “Jij geeft een afbeelding eigenlijk een nieuw leven door er een puzzel van te maken. Degene die er mee aan de slag gaat bouwt als het ware een nieuwe afbeelding en kijkt er dan ook met andere ogen naar.”
“Je wilde nog graag weten wat mijn achtergrond is? Ik was ongeveer tien jaar ergotherapeut en toen heb ik een onderwijsopleiding gevolgd. Ik werk een aantal dagen in de week in het speciaal onderwijs bij kinderen van 12 – 18 jaar. Beide beroepen hebben als overeenkomst dat ze creativiteit van je vragen. Je moet je instellen op de ander en zoeken naar een activiteit die zijn of haar welbevinden sterker maakt.”
Renske was ons gesprek begonnen met: “Puzzelen is niet ouderwets, stom of saai. Je kunt je er helemaal in verliezen zoals die drie jongens uit groep acht die hier binnen kwamen en aan het puzzelen raakten. Toen ze weggingen zei één van hen: ‘Dit was de leukste puzzel die ik ooit heb gemaakt.'”
(Bron Friso)