Een kunstzinnige kennismaking met het werk van Maria Bouwhuis

24 nov

‘Daar moet je beslist naar toegaan.’ Dat zei iemand van de Kunstkring tegen mij en daarom belde ik aan bij Balkfinne 8, om een afspraak te maken. ‘Morgen kan ik niet’ was het antwoord van Maria, ‘dan heb ik een workshop in Bolsward’. Een paar dagen later opende ze de deur al voordat ik kon aanbellen. ‘Ik zag je aankomen, wil je koffie?’ Een betere ontvangst is nauwelijks denkbaar.

‘Je zei dat je niet lang geleden weer begonnen bent met schilderen, is er even een pauze geweest?’ ‘Ja, ik had mijn rechterpols gebroken, dat betekende dat ik na een leven lang tekenen en schilderen, plotseling moest stoppen. Dat was heel lastig, want al op mijn 23ste ben ik mijn eerste bedrijf als scheppend kunstenaar gestart, kunst is mijn manier van zijn, van me uitdrukken. Gelukkig kan ik sinds juni van dit jaar weer werken, ik neem weer opdrachten aan voor het maken van een schilderij, het geven van workshops en beschilderen van muren en objecten als Camperbusjes.’

‘Dat van die Camperbusjes kom ik zo op terug, ik wil heel graag eerst weten hoe je workshop in Bolsward is gegaan.’ ‘Die workshop hoorde bij een driedelige cursus, die ik gaf aan een groepje van ongeveer tien jongeren. Dit was de laatste keer, we gingen een bouwkeet helemaal beschilderen. Deze jongens en meisjes kwamen bij mij via het jongerenwerk van de gemeente, stichting Sociaal Collectief. Deze stichting helpt jongeren van 10 tot en met 23 jaar, bij hun ontwikkeling op emotioneel en sociaal gebied en ook bij het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten.’

‘Maria, wil je eens vertellen hoe je met die tien jonge mensen aan het werk gaat? Je staat bij een bouwkeet, hoe doe je dat dan?’ ‘Ik begeleid hen: adviseer over de vormgeving, het kleurgebruik en ik stimuleer hen als ze vastzitten. Als ze aan het werk zijn, gaan ze er helemaal in op, je kunt prachtig zien hoe verschillend de interesses en stijlen zijn.’ Ondertussen laat Maria mij het kleurrijke en verrassende resultaat zien. Enthousiast vertelt ze hoe deze jongelui als het ware één werden met hun ‘schilderij’.

‘Vanuit mijn eigen lastige schoolervaringen kan ik hen goed aanvoelen. Ik was zelf geen held op school. Mijn sterke kant is de creativiteit, het beeldend denken en de intuïtie. In een traditioneel schoolsysteem is daar te weinig oog voor. Ik merkte dat ook op het Grafisch Lyceum in Zwolle. Voor het werk, dat bij mijn passie hoorde, was nauwelijks belangstelling. Daarna ging ik naar een kunstopleiding, waar men het persoonlijke creatieve proces wilde stimuleren. Uiteindelijk vond ik mijn eigen weg in de kunst, waarna ik terugkeerde naar de omgeving waar ik ben opgegroeid, zodoende woon en werk ik hier al weer twintig jaar.’ 

‘Mag ik nu even terugkomen op je opmerking ,dat je heel graag Camperbusjes beschildert. Wat boeit je daarin?’ ‘Het mooie daarvan vind ik, dat ik mensen blij kan maken met het visualiseren van hun ideeën. Zij krijgen iets, waarmee ze zichzelf kunnen laten zien. Daar komt bij dat zo’n busje voor mij een rijdende galerie is. De mensen met zo’n busje, gaan vaak naar plekken waar veel mensen komen en waar mijn kunst dan gezien wordt. 

‘Jij bent begonnen met graffiti schilderen, die techniek kun je, denk ik, goed gebruiken als je een busje beschildert?’ ‘Ja ik ben al heel jong begonnen met graffiti, ik was vijftien en toen heb ik voor ‘t eerst met een vriendin spuitbussen gekocht. Daarmee zijn we in de nacht naar een tunneltje bij Balk gegaan en daar heb ik mijn eerste afbeeldingen gemaakt.’

‘Maria, zopas zei je dat je na die eerste keer graffiti spuiten de smaak te pakken had, wat boeide je zo?’ ‘In die tijd was het fijn dat ik mijn verzet daarmee kwijt kon. Later veranderde dat, het werd andersom, ik schilder nu wat me boeit en waar ik energie uit haal. De focus kwam daarmee te liggen op het ontwikkelen van de techniek. Ik houd pas op als ik denk dat het perfect is. Ik werk niet alleen met handen en ogen, maar ook met mijn ziel en geest. Wanneer ik bezig ben, kom ik in een meditatieve sfeer, ik ga er dan helemaal in op. ‘

Maria vraagt me nu om mee te komen naar de kamer waar ze haar schilderijen maakt. ‘Het valt me op dat er meerdere schilderijen zijn waarop je het gezicht van een vrouw tot centrum maakt’. ‘Klopt, momenteel ga ik door een fase, waarin ik graag schilderijen maak met vrouwen en elementen uit de natuur, waar ik gelukkig van word zoals vogels en vlinders. Daarom kies ik nu voor deze afbeelding bij dit verslag.’

Terwijl ik bij de deur sta om naar huis terug te gaan, voegt Maria er nog iets aan toe: ‘Tijdens mijn vijfde levensjaar overleed mijn babyzusje, vanaf toen tekende ik alleen maar vlinders. Ik denk dat het mijn manier van rouwen was. Dat helende aspect van kunst, speelt voor mij nog steeds een belangrijke rol.’

(Bron Friso, Albert Schootstra)