In de Begine, vlak bij de brug, wonen Joke en haar man Aldert. Een aantal jaren geleden lagen ze met de boot aan hun geliefde steiger in Workum en toen zagen ze dat dit huis te koop was. Ze waren niet van plan te verhuizen, maar dit plekje in Workum bracht hen op andere gedachten. Joke was al met pensioen en haar man – hij was timmerman/aannemer – vond ook dat het leven best wat rustiger mocht worden. Dat is ruim vier jaar geleden, en ze hebben geen moment spijt gehad.
Dat ‘zelfbedieningswinkeltje’ in de hal van hun huis is een hobby van Joke. Ik heb het haar niet gevraagd, maar omdat ze daar ook tweedehands kleding verkoopt, denk ik dat dit nog een overblijfsel zou kunnen zijn van wat ze vroeger eigenlijk graag had willen doen: een opleiding volgen op de modeacademie. ‘Maar’, in Jokes eigen woorden: ‘Een halve eeuw geleden was er geen sprake van dat een meisje uit Nijega (Sm) ‘helemaal’ naar Amsterdam zou gaan. Toen ik een jaar of vijftien was heb ik nog wel het diploma voor costumière gehaald, maar daar bleef het bij. Ja, van jongs af teken ik heel graag en dat doe ik nog. Wel heel anders dan vroeger hoor, ik teken of schilder nu omdat ik mijn gevoelens daarmee uit kan drukken. Niet alleen het onderwerp zegt wat je bedoelt, ook de kleuren die je gebruikt geven uitdrukking aan wat je innerlijk bezighoudt. Dat ontdekte ik toen het een tijdje in mijn leven minder voorspoedig ging.’
Op dit moment in ons gesprek vroeg ik: ‘Joke, wil je me eerst nog wat vertellen over je achtergrond?’ ‘Ik zei zopas wat ik als meisje graag had gewild, maar toen dat niet ging werd het een administratieve opleiding. Ik werkte jarenlang op kantoor van verschillende bedrijven met name in de bouwsector. Maar daarin voelde ik me niet zo thuis. Om iets anders te kunnen doen volgde ik verschillende avondopleidingen. Zo kwam ik te werken als raadsvrouw bij het sociale raadsliedenwerk in Leeuwarden. Jaren later werd ik leidinggevende in de thuiszorg bij ‘de Friese Wouden’. In die tijd rondde ik de deeltijdopleiding hbo/mno af.
In en na die laatste periode ging ik meer schilderen. Nog weer later kwam daar beeldhouwen bij. De beeldend kunstenaar Jacob van der Horst heeft me de techniek geleerd. Zijn methode was dat hij je een stuk harde steen gaf en wat gereedschap en dan zei: Ga maar hakken en zie dan wat er uitkomt.’
‘Je werd dus meteen in het diepe gegooid, begrijp ik. Het had best kunnen gebeuren dat je bij de eerste de beste bijeenkomst had gezegd: ‘zoek het zelf maar uit.’
‘Inderdaad, maar dat gebeurde niet. Integendeel zelfs, ik werk het liefst met harde steen. Er zit voor mij nog meer uitdaging in dan het werken in zachtere steensoorten. Bijvoorbeeld het beeld dat ik heb gekozen is van serpentijn, een vrij harde steensoort, dit maakt dat het beeld ook buiten kan staan.’
Bij deze opmerking keek ik onwillekeurig naar buiten en toen zag ik inderdaad dat daar beelden staan. Joke volgde mijn blik en reageerde: ‘Als we als Kunstkring in mei en september de ‘open atelier dagen’ hebben staan er verschillende beelden in de tuin. Dan richt ik het huis ook zo in dat mijn schilderijen en beelden goed tot hun recht komen. In Garijp had ik een royale werk- en expositie/atelier ruimte. Hier is dat beperkter, we hebben trouwens eerst het woongedeelte verbouwd. Dat vraagt met de ‘open atelier dagen’ om enige creativiteit en aanpassing. Ik ben trouwens wel van plan om vaker op locatie of tijdens kunstevenementen te exposeren. Zo doe ik deze zomer – zoals ieder jaar – weer mee met de expositie in galerie ‘Vakwerk Hurdegaryp’. Waar ik ook met plezier exposeerde was in galerie ‘De Noordelijke Kunsthof’ in Appingedam.’
‘Joke, nu jullie huis nagenoeg klaar is begrijp ik dat je je weer meer richt op je beeldend werk. Is die mooie bronzen hond misschien daarvan een resultaat?’ En heb ik het goed dat dit jullie eigen hond is?’ ‘Ja, dit is één van mijn laatste beelden, het is als het ware een portret van onze hond Pepsi.’
‘Nu nog even over het beeld dat je hebt uitgekozen. Je zei dat het buiten kan staan omdat het van serpentijn is. Wat ik zie is een vrouw die haar handen om haar zwangere buik heeft, heb je dit beeld misschien ook een titel gegeven?’
‘Ik geef lang niet altijd een titel aan mijn beelden of schilderijen maar dit beeld heeft wel een naam gekregen: De wereld in onze handen. Iedereen zal kunnen aanvoelen dat de betekenis tweeërlei is: een kindje dat geboren gaat worden is voor de ouders ‘een wereld’ die beschermd moet worden en zo is ook de zorg voor de natuur en de mensen om ons heen ieders blijvende verantwoordelijkheid.’
Na deze uitleg weet ik dat dit beeld en deze woorden van Joke nog wel een poosje met mij mee blijven gaan. (bron Friso, Albert Althuis)