Het was een goed idee om de opening van een expositie van schilderijen en tekeningen van Pier Feddema (1912-1983) te laten samenvallen met de presentatie van een dichtbundel van Folkert Verbeek (1931). Hille Faber, zowel bestuurslid van de Pier Feddema Stichting als van de Stichting Utjouwerij DeRyp, opende de bijeenkomst vrijdagmiddag 27 juni. Zo’n tachtig belangstellenden waren ervoor naar het Breahûs aan de Luts in Balk gekomen.
Emeritus-predikant Johan Heegsma van Balk vertelde over zijn band met de familie Feddema. De laatste jaren van zijn leven woonde Pier Feddema in Balk, en na zijn overlijden bleef zijn vrouw Tite daar wonen. Ook vertelde Heegsma over zijn band met het werk van Feddema. Aan het eind van de middag kwam Kees, een zoon van Pier Feddema, naar voren. Hij vertelde mooie anekdotes over zijn vader, die twee verschillende kanten lieten zien van zowel de kunstenaar als de vader. Deze elementen zijn in zekere zin in het werk van Feddema terug te vinden, ook in de twaalf werken die in het Breahûs hangen.
Jelle van der Meulen van Utjouwerij DeRyp vertelde over de bundel Brutsen lok van Folkert Verbeek. In deze bundel staan 56 gedichten, verdeeld over drie afdelingen. In de eerste afdeling gaat het over de liefdevolle relatie tussen de dichter en zijn vrouw. Daarover las dochter Henny Reijenga -Verbeek, die later het eerste exemplaar in ontvangst mocht nemen, het gedicht ‘Myn hertsbeminde’ voor, wat haar zichtbaar emotioneel raakte.
Maar dan slaat de ziekte Alzheimer toe en moet de dichter met lede ogen en rouwend toezien hoe zijn vrouw aftakelt en overlijdt. Daarmee wordt de relatie niet minder liefdevol, maar wel anders. ‘It wurdt oars’ heet dan ook een gedicht van Folkert Verbeek dat goede vriendin Tetsje van der Sluis voorlas. In het laatste gedeelte van de bundel vindt de dichter troost en is er dankbaarheid voor wat er geweest is. De troost die de dichter door het schrijven van de gedichten ondervond, zal ook menig lezer van de gedichten helpen, zo maakte Van der Meulen duidelijk.
In sommige gedichten speelt het geloof van de dichter een rol, zoals in het gedicht ‘De profundis’ dat refereert aan het begin van psalm 130. Het was één van de vier gedichten die Van der Meulen deze middag uit de bundel Brutsen lok zong, zichzelf daarbij begeleidend op de accordeon. Het was, zo benadrukte hij, niet zo moeilijk om de gedichten van Verbeek op muziek te zetten, omdat het toegankelijke gedichten zijn, geschreven met een groot gevoel voor klank en ritme.
De natuur speelt een belangrijke rol in de gedichten van Folkert Verbeek. Mede door de toegankelijke toon zullen deze gedichten voor veel mensen herkenbaar zijn. De thematiek mag zwaar zijn en er klinkt oprecht verdriet, maar er is ook dankbaarheid die het wint van het verdriet. Dat laatste zijn de woorden van Folkert Verbeek zelf, in het gedicht ‘Namme’, uit het laatste deel van Brutsen lok, het laatste gedicht dat Van der Meulen zong.
Onder de aanwezigen in het Breahûs waren ook de dichter Eppie Dam en componist/muzikant Hindrik van der Meer. Van der Meer kon het aangrijpende feestgevoel nog verhogen door te melden dat de musical Jona, waarvoor Folkert Verbeek zo’n twintig jaar geleden de liedteksten schreef, dit jaar weer twee keer opgevoerd gaat worden. Eppie Dam had voor deze middag speciaal een gedicht voor Folkert Verbeek geschreven. Het ontroerende gedicht, met als tweede strofe “ik luts nei balk / om brutsen lok te fielen /en pine te dielen /om al ús leaven” werd voorgelezen door Geertsje Faber en vormde daarmee een mooi slot van een pakkende culturele middag, zoals een van de aanwezigen het formuleerde.
De dichtbundel Brutsen lok kost € 15 en is te koop in Friese boekwinkels, waaronder Bruna in Balk, Muizelaar in Koudum en Boekhuis Stumpel in Workum.
(Bron Friso)