De Volkstrekschuit

De plaatselijke gesteldheid van Nederland , zich kenmerkende door talrijke rivieren en kanalen, maakt het vervoer te water gemakkelijk en tevens minder kostbaar, en sedert onheugelijke tijden is men op het denkbeeld gekomen, om voor koopwaren en reizigers schuiten in te richten, die door paarden getrokken worden.
Ofschoon de spoorwegen en stoomboten deze vervoermiddelen hebben vervan¬gen, zo bestaan nog, voornamelijk in onze noordelijke provinciën, diensten van trekschuiten, op bepaalde tijden afvarende, die gemiddeld de afstand van drie uren gaans in twee uren afleggen.


Deze trekschuiten aan ene lange lijn, meestal door een paard langzaam voort¬getrokken, zijn langwerpig en spits gebouwd, met houten bedekking, waarin terzijde raampjes zijn geplaatst, welke als die van een rijtuig op en neergelaten kunnen worden. De inwendige ruimte is door een tussenschot gedeeld, waarvan het gedeelte naar het roer de roef, en het andere het ruim genoemd wordt. De ingang der roef is in de stuurstoel en is de voornaamste plaats in de schuit. Ofschoon het denkbeeld van gemakkelijk zitten zeer verkeerd wordt opgevat, niettegenstaande de met veren gevulde kussens en matrassen op de rondom geplaatste banken, zo heeft men echter getracht vele geriefelijkheden aan te brengen. De tafel is versierd met den blinkend geschuurde koperen blaker, het nodige koperen komfoor en bijbehorend zwavelstokkenbakje, benevens de nimmer ontbrekende koperen kwispedoor, en in de lade der tafel ene verzameling van zo gebruikte als ongebruikte Goudse pijpen, een zakje met tabak voor algemeen gebruik, een oud kaarten spel en enige dominostenen, en voor lectuur, ene oude Haarlemmer Courant of enige oneffen delen van bejaarde romans, waarin nog vaak menige bladzijde afwezig is.


Het ruim der schuit is mede rondom met banken bezet, het minder net betim¬merde doet dadelijk zien, dat deze plaats voor een minder publiek is ingericht; (1e tafel is vervangen door ene bank, terwijl  s’ avonds een somber brandende lantaarn. in het midden opgehangen, de enige verlichting is.
De voorpunt der schuit, de plecht genoemd, wordt soms aangevuld door pakgoe¬deren of door enkele passagiers, die door de goedwilligheid van de schipper voor weinig geld of kosteloos medegenomen worden.
 Ziende naar de stuurstoel, alwaar de schipper zijn plaats aan het roer heeft, terwijl de schippersknecht op de plecht post vat, om te zorgen voor het afsteken der lijn, en het strijken van de mast bij het doorvaren van de bruggen, en dan alleen de plaats van den schipper vervult, wanneer deze bij de passagiers rondgaat om de vrachtpen¬ningen en het fooitje voor het jagertje op te halen.
Het paard dat de schuit trekt, is zeer eenvoudig opgetoomd; een zak met stro gevuld dient de jager tot zadel, die daarvan bij tussenpozen gebruik maakt.
Bij sterke krommingen van de vaart zijn rolpalen geplaatst, waarlangs de lijn der schuit loopt.

Workum.nl wordt mogelijk gemaakt door: